Van 1945 tot 1970
1945
Na de Tweede wereldoorlog ontstond uit het informele contact tussen de bonden een overlegorgaan van drie blindenbonden, De Nederlandse Blindenraad. Deze benaderde de Minister van Sociale Zaken voor betere arbeidsvoorzieningen en een speciale uitkering voor blinden.
1945
De staatscommissie Onvolwaardige Arbeidskrachten (AVO), krijgt een andere naam: Nederlandse Vereniging Sociale Zorg voor Minder Validen.
1946
Oprichting van de Nederlandse Katholieke Invaliden Bond (NKIB). Doel: het bieden van individuele hulp aan oorlogsslachtoffers en het bieden van ontmoetings- en ontspanningsactiviteiten.
1947
Oprichting Stichting het Nederlandse Blindenwezen
1947
Een belangrijk resultaat van de Nederlandse Blindenraad is de oprichting van de stichting Het Nederlandse Blindenwezen ( NBW). Dit was een samenwerkingsorgaan van de drie blindenbonden, de drie onderwijs inrichtingen voor blinden, bijna alle werkinstellingen, blindenbibliotheken, blindenhuizen en vele zorgverenigingen, het Nederlandse geleidehondenfonds en de Nederlandse vereniging van blinde Esperantisten. Het doel van de nieuwe stichting was door onderlinge samenwerking de belangen van blinden te bevorderen. In het algemeen en van de samenwerkende instanties instellingen afzonderlijk. Mede door de erkenning van de NBW door de overheid, werd er in de jaren 50 in korte tijd voor blinden en slechtzienden veel bereikt. Bron: Cora Boele
10 oktober 1947
Oprichting academisch genootschap "Petronella Moens"te Amsterdam.
(Bron: NVBS statuten 8-4-1987)
12 maart 1948
Oprichting van de Federatie voor Lichamelijk Gebrekkigen
31 maart 1948
Oprichting van de Stichting Revalidatiecentrum De Hoogstraat in Leersum
1950-1951
Het protest van de blindenbonden tegen de afhankelijkheid van blinden van liefdadigheid werden steeds luider. Op 18 november 1950 werd in de grote zaal van de dierentuin van Den Haag een protestbijeenkomst georganiseerd. De voorstellen voor sociale voorzieningen voor blinden kwamen er helaas niet door. Maar de protesten zorgden er wel voor dat er vanaf 1951 een jaarlijkse bijdrage van de overheid kwam. Bron: Cora Boele
1952
Oprichting van de Bond van Ouders van Spastische Kinderen (BOSK)
1955
Oprichting Nederlandse Dovenraad
21 april 1956
De jaarlijkse overheidsbijdrage aan blinden wordt door de inspanningen van de blindenbonden omgezet naar een Rijksgroepsregeling, De Voorziening voor Blinden. Koninklijk Besluit 21 april 1956. Deze regeling verschafte een basisinkomen aan bepaalde categorieën blinden. Dit was de eerste Rijksgroepsregeling voor een categorie gehandicapten. Bron: Cora Boele
1957
Oprichting The Little people of America, door Billy Barty een Amerikaanse acteur die klein was. Doel van de vereniging was kleine mensen verenigen, informatie verspreiden, opkomen voor de toegankelijkheid van openbare gebouwen en discriminatie bestrijden.
1963
Werkweek in het Henri Dunanthuis in Zeist ter voorbereiding van de actieve rol die gehandicapten moesten gaan vervullen in de opzet van Het Dorp
1963
Het Revalidatiefonds stelde in 1963 een bijdrage van 2.711,25 gulden ter beschikking ten behoeve van een lesauto voor Revalidatiecentrum “De Hoogstraat” te Leersum. Het was een van de eerste projecten van het Revalidatiefonds, dat in 1960 was opgericht.
1964
Oprichting van Pandora door de Nederlandse zakenman A.L. van Ameringen met als doel mensen inzicht te geven in geestesziekten en om vooroordelen te bestrijden. De eerste betaalde medewerkster, Treeske Blase kreeg de opdracht voorlichting te geven. Pandora organiseerde excursies voor scholieren naar psychiatrische inrichtingen en maakte posters, brochures en films. In 1970 betrok Pandora voor het eerst (ex-) psychiatrische patiënten bij het geven van voorlichting.
De Algemene Bijstandswet zorgt ervoor dat ook de blinden die nog afhankelijk waren van ondersteuning van familie en de Armenwet in aanmerking konden komen voor een uitkering.
November 1966
De eerste bewoners betrekken huizen in Het Dorp in Arnhem
1968
Oprichting van de Fobieclub Nederland, een eerste categorale organisatie van cliënten, door mevrouw M.N. de Wolf-Ferdinandusse en een andere vrouw. Doel van de Fobieclub was contacten tussen ‘lijders’ aan fobieën, depressies en dwangneurosen te stimuleren en hen in contact te brengen met gedragstherapeuten. De oprichting was ingegeven door een artikel in NRC handelsblad over een soortgelijke organisatie in Engeland. Mevrouw de Wolf, zelf fobisch, werd gemotiveerd door onvrede met de toen gangbare psycho-analytische behandeling van fobielijders.
1969
Verplichte aangifte van congenitale respectievelijk connatale afwijkingen